06 april, 2008

het goede voorbeeld

Wereldwijd worden hoogwaardigheidsbekleders geacht het goede voorbeeld te geven ter zake van normen, waarden, cultuuruitingen, enz. Het is daarbij goed gebruik dat personen welke deel uitmaken van openbare instituties en organisaties de eer aan zichzelf houden en aftreden als zij over de schreef zijn gegaan, en dit publiekelijk bekend geraakt. Zo niet in Aruba. Hier blijft men, ondanks alle bekend geworden misdragingen, gewoon in functie. Hier gelden kennelijk andere normen.
In het navolgende beperk ik mij slechts tot de aan het licht gekomen gedragingen van de leden van onze regering.

1. Onze minister-president presteerde het onlangs via een radiozendgemachtigde zijn meer radicale aanhang op te ruien tegen ambtenaren die uiting gaven van hun ongenoegen inzake de sterke waardevermindering van hun salaris in de afgelopen zeven jaar. Dezelfde minister-president die al zijn familieleden tot in het derde echelon, die daarvoor in aanmerking wilden komen, heeft benoemd of aangesteld in overheidsdienst in functies waar zij qua kennis en ervaring, capaciteiten en/of opleiding nimmer voor in aanmerking zouden komen indien zij hiervoor een gewone sollicitatieprocedure hadden moeten volgen. Nepotisme dus.

2. De minister van Infrastructuur liet onlangs op overheidskosten, en met voorrang, een niet begrote overkluizing van een belangrijke rooi (=wadi) construeren voor het bedrag van ca. AWG 600.000,-. Aldus een aan haar familie behorend eigendomsterrein ontsluitend, waardoor de waarde ervan in het economisch verkeer tenminste verdrievoudigde. Tevens heeft de minister van Infrastructuur diverse erfpachtrechten op percelen domeingrond verleend aan enkele bevriende relaties; waardoor plotseling grote sommen geld uit het niets ontsproten.

3. De minister van Volksgezondheid werd onlangs door de rechter veroordeeld wegens mishandeling van een medeburger. De minister heeft te kennen gegeven dat hij geen enkele spijt heeft van zijn gedragingen en doet de veroordeling lachend af als zijnde zijn normale gedrag. In het verleden werd de minister vooral bekend door het vervalsen van een diploma dat hem recht zou geven op de titel "doctorandus". In welke discipline de minister een studie zou hebben gevolgd blijft vooralsnog een onbeantwoorde vraag.

4. De minister van Justitie is van huis uit een laborant of analyst en heeft nimmer een opleiding gevolgd op juridisch gebied, maar vindt dat kennelijk geen belemmering voor zijn positie, want hij fungeert voornamelijk als zetbaas voor zijn broer die in werkelijkheid de dienst uitmaakt. Deze broer wordt in stukken van het Openbaar Ministerie gekenmerkt als "niet zomaar iemand". Gewetensvolle personen hebben de minister reeds jaren geleden onbekwaam geacht en hem een groot deel van zijn takenpakket (en dus beslissingsbevoegdheid) ontnomen. Behoudens inhoudloze bedreigingen zijn geen bijzonder prestaties van hem bekend geworden in de afgelopen zeven jaar.

5. De minister van Cultuur is voornamelijk bekend van buitenechtelijke strapatsen en valse vrome praatjes. De minister loopt meestal zijn penis achterna, maar drijft ook de lasten van het Land op door het doen van onnutte uitgaven en bestedingen. Alle in de afgelopen zeven jaar verrichte monumentenrestauraties en gerealiseerde culturele projecten zijn eerder ondanks, dan dankzij, de minister tot een goed einde gekomen. De culturele bagage van de minister lijkt zich te beperken tot het vieren van "Dera Gai" en "Festival di Dande".

6. De minister van Transport en Toerisme is meestal onderweg naar verre landen. Terzake van moeilijkheden in de sectoren die tot zijn competentie behoren houdt hij zich gewoonlijk gedeisd. Hij wacht rustig in een buitenland af tot de problemen vanzelf overgaan, en troost zich onderwijl met een goede borrel.

7. De minister van Financien slaagt er al zeven jaar niet in om een sluitende begroting te realiseren ondanks een bloeiende economie. De minister wordt door zijn ambtenaren beschuldigd van het manipuleren van de cijfers. De tekorten van het Land nemen elk jaar toe en de schuldenlast vertoont sterke groei. De minister blijft desondanks glimlachen en koopt zijn hemden en broeken elke twee maanden een maatje groter. Dat zijn eigen ambtenaren de kas leegroven kan hem evenmin deren; althans hij treedt er niet tegen op.

Lieve jeugd, neem deze "goede" voorbeelden ter harte bij de voorbereiding van uw toekomst. Studeer dus niet te hard maar leg stevige netwerken aan met "nuttige" personen indien u politieke ambities mocht hebben in dit mooie land.

03 april, 2008

vissige beschouwingen

In ons politiek aquarium (een troebele en vervuilde bak die stinkt als de pest) zwemmen 21 vissen lui in het rond. Nou ja, zwemmen..., sommige drijven al enkele jaren met de buik omhoog en andere blijven voortdurend angstvallig in hun deel van de bak, verstopt onder en achter respectievelijk groene of gele steentjes. Slechts twee visjes zwemmen door het gehele aquarium, daarbij af en toe flinke bellenbanen veroorzakend die de stank nog verergeren. Een, de "fish called Monica", heeft het meestal over de gezondheid van degenen die het aquarium moeten bekostigen, en het andere visje, bijgenaamd "Paapje" heeft het voortdurend over de vraatzucht van de overige vissen in de bak. Alle andere vissen hebben daarom een gloeiende hekel aan Paapje, en als hij in de buurt van hun steentjes komt gaan zij massaal in de aanval om hem in zijn staart te bijten. Eensgezindheid in de bak is er alleen over uitbreiding van de voedselrantsoenen; voor henzelf, wel te verstaan. Voor het overige is er voortdurende oorlog over en weer tussen de groepen van de groene en gele steentjes, maar ook tussen de groepen onderling. In de groepen heerst een pikorde die zich niet van die van de kippen onderscheidt.
Van datgene waarvoor zij uit de verschillende broedbakken zijn overge-ent in het aquarium brengen zij niet veel terecht; eigenlijk niets. De troebelheid van het vuile aquarium vol met gele en groene algen waarin zij voortdurend in elkaars uitwerpselen moeten verkeren veroorzaakt zoveel stress dat zij het liefst, ieder voor zich, uit de bak zouden springen. Maar ja, buiten de bak hebben de vissen niet te eten en gaan ze spoedig dood door uitdroging en ademgebrek. Ze zijn nu eenmaal niet ge-equipeerd voor een leven buiten het aquarium. Slechts een enkeling (zoals bijvoorbeeld het Jacobsvisje) lukt het een zodanige salto te maken dat het in een schoon aquarium terecht komt, zonder algengroei en met voldoende te eten voor een zorgeloze toekomst. Voor de overige vissen ziet de toekomst er zorgelijk uit. Want het aquarium wordt uiterlijk in het jaar 2009 opnieuw ingericht. Degenen die het aquarium bekostigen mogen namelijk elke vier jaar bepalen welke vissen er in de bak mogen zwemmen. Omdat het aquarium in de afgelopen jaren niet de luisterrijke aanblik bood waarvan eenieder had gehoopt dat hij of zij er met plezier naar zou kijken, is de kans groot dat de samenstelling van de verschillende vissoorten, en de kleur van de steentjes geheel gaat veranderen. Voor de dan overbodig geworden, en dus nutteloze, en sterk verkleurde visjes zal een adequate oplossing dienen te worden gezocht.

Wilt u goede raad? Barricadeer bijtijds de deuren.